Verantwoordelijke betrokken burgers en uitnodigende, verbindende instituties. 

Naar nieuwe bindingen tussen burgers onderling en tussen burgers en instituties in een democratiserende en meritocratiserende samenleving.
Gefinancierd door VSB-fonds, Aedes en woningcorporaties Rentree, Mitros en Stadgenoot, 2008-2013

De resultaten van dit project werden gepresenteerd tijdens de conferentie ‘Eigen kracht ontkracht?’ op 17 mei 2013 in de jaarbeurs te Utrecht.

Publicaties

Alom is een zoektocht gaande naar nieuwe verhoudingen tussen burgers en hun institutionele omgeving. Een zoektocht naar actief burgerschap, maar ook naar actief besturen en beleid maken. Er bestaat veel onvrede over de wijze waarop burgers en instellingen (zoals corporaties, zorg- en welzijnsinstellingen en lokale overheden) zich tot elkaar verhouden, maar tegelijkertijd zijn er ook veel initiatieven en projecten en zijn veel partijen actief op zoek naar een nieuwe verhouding. Beleidsmakers en professionals zijn enerzijds naarstig op zoek, maar anderzijds ook terughoudend en soms bang om echt met de burger in gesprek te komen. Welke verwachtingen schept dat en kunnen we die wel waarmaken, vragen zij zich af.

Er zijn hierin drie thema’s te onderscheiden. Drie problemen waar velen zich zorgen om maken, en waar omheen nieuwe initiatieven ontwikkeld worden:

  1. Spanningen tussen bevolkingsgroepen en gebrek aan sociale samenhang;
  2. Problemen rond burgerparticipatie (zoals gebrekkige representatie, betrokkenheid en effectiviteit);
  3. Sociale uitsluiting en afzijdigheid.

Projectleider: prof. dr. Evelien Tonkens
Onderzoekers (promovendi): Paul Mepschen, Mandy de Wilde, Judith Elshout

  • Deelonderzoek thema 1
    ‘Spanningen tussen bevolkingsgroepen en gebrek aan sociale samenhang’
    Paul Mepschen

Een Etnografie van Culturalisering in Nederland
Een belangrijke ontwikkeling in Nederland (en daarbuiten) wordt aangeduid met het begrip ‘culturalisering van burgerschap’. De notie culturalisering duidt op de sterke nadruk die is komen te liggen op kwesties van moraal en culturele identiteit en loyaliteit. In een complexe, globaliserende samenleving is multicultureel burgerschap verre van vanzelfsprekend. Sterker nog, antropologen en sociologen spreken van een global conjuncture of belonging, waarbij mondialisering hand in hand gaat met een sterke groei van lokale, regionale en nationale identiteiten, een problematisering van culturele diversiteit en steeds vaker met een echte afkeer van de ‘culturele ander’.
Of we het hebben over integratie, sociale achterstanden of stedelijke vernieuwing, cultureel en moreel burgerschap zijn in toemenmende mate centraal komen te staan. Culturalisering is bovendien verbonden met meritocratisering: sociale achterstanden worden in toenemende mate begrepen en besproken als intrinsiek verbonden met de sociaal-culturele groepen die het betreft- een ontwikkeling die ook weer tegenreacties oproept.
In zijn onderzoek benadert Mepschen de kwestie van culturalisering etnografisch in drie ‘multiculturele achterstandswijken’: Slotermeer (Amsterdam), Kanaleneiland (Utrecht) en Rivierenwijk (Deventer). Uitganspunt van Mepschens onderzoek is dat wie processen van culturalisering in de context van deze weijken wil begrijpen, moet kijken naar de complexe interconnecties van culturele diversiteit, sociale gelaagdheid en ongelijkheid en ruimtelijke politiek. Mepschen bekijkt processen van culturalisering door zich te richten op (strijd rond) fysieke en sociale ‘herstructurering’ in deze wijken, waarin de relaties tussen burgers onderling en tussen burgers, overheid en woningbouwcorporaties op scherp worden gezet. Daarnaast brengt hij verhalen in kaart van bewoners, waarin zij vertellen hoe ze de veranderingen in hun wijk (sociaal, (multi)cultureel en fysiek) ervaren.

  • Deelonderzoek thema 2
    ‘Burgerparticipatie en burgerinitiatieven’
    Mandy de Wilde

    Bewonersinitiatief
    De laatste jaren in het burgerinitiatief een hot issue geworden in de politieke en publieke discussie over achterstandswijken. Dit zijn initiatieven van individuen of groepen bewoners zelf die activiteiten organiseren in de wijk met betrekking tot allerhande sociale thema’s zoals opvoeding, emancipatie, leefbaarheid, veiligheid, ontmoeting enz. Soms ontstaan deze initiatieven echt spontaan van onderaf en opereren op afstand van wijkinstellingen. Maar vaker is er sprake van interactie tussen burgerinitiatieven en de institutionele omgeving doordat ze op een of andere manier gefaciliteerd worden.
    Deze laatste vorm van burgerbetrokkenheid staat centraal in deze onderzoekslijn. De focus van het onderzoek is drieledig. Enerzijds staat de vraag centraal waarom wijkbewoners actief wroden in burgerinitiatieven. Wat motiveert ze? Hoe geven ze precies vorm aan hun betrokkenheid? Met wie? Anderzijds staat de vraag centraal welke burgerschapscompetenties bewoners ontwikkelen in dit proces. Welke burgerschapscompetenties worden institutioneel gewaardeerd en aangemoedigd, welke niet? Ook wordt geprobeerd te achterhalen of en hoe bewonersparticipatie de (emotionele) spanningen tussen verschillende groepen bewoners be?nvloedt.
    Daarbij wordt steeds de overkoepelende vraag gesteld welke rol de institutionele omgeving van een wijk hierin speelt. Hoe faciliteren gemeente, welzijnsinstellingen en corporaties burgerinitiatieven? Welke overheid/ institutie wil de actieve burger eigenlijk? Wat zijn de behoeftes van bewonersinitiatieven? En hoe staat dat in relatie tot de institutionele beantwoording van die behoeftes?

  • Deelonderzoek thema 3
    ‘Sociale uitsluiting en afzijdigheid
    Judith Elshout

    Bronnen van zelfrespect in een meritocratiserende samenleving
    Meritocratische waarden worden steeds belangrijker in onze samenleving. Dat is niet vreemd aangezien in een ideale meritocratie voor elk individu gelijke kansen op ontwikkeling wordt nagestreefd, ongeacht sociale achtergrond, geslacht of afkomst. In een meritocratie wordt status niet gebaseerd op toegeschreven eigenschappen, zoals sociale afkomst of sekse, maar is afhankelijk van genoten opleiding en of je een ‘goede’ baan hebt. Oftewel, van je ‘verdiensten’ voor de samenleving. De positie die mensen innemen op de meritocratische ladder is daarom afhankelijk van hun eigen talent en hard werken, waardoor idealiter elk individu de positie bekleedt die zijn of haar competenties reflecteert.
    Maar als succes wordt toegeschreven aan persoonlijke merites, dan is het de eigen schuld van mensen als zij falen. De vraag die in dit onderzoek wordt gesteld is wat het mensen doet als zij volgens meritocratiesche standaarden niet succesvol zijn. Wat als mensen hun talent niet ten volste kunnen of willen benutten? Wat als mensen niet van hun ouders hebben geleerd dat zij goed hun best moeten doen op school willen zij later in het leven een hogere sociale positie verwerven? Moet iemand die simpelweg het gereedschap niet heeft om hoger op te komen daarvoor worden veroordeeld?
    Verschillende sociologen en filosofen beweren dat meritocratische waarden invloed hebbben op individuen en meer specifiek dat mensen niet kunnen voldoen aan de eisen en verwachting van de huidige samenleving om succesvol en zelfvoorzienend te zijn, worstelen met hun zelfrespect. Daarom is de hoofdvraag van dit deelonderzoek: Wat zijn bronnen van zelfrespect van mensen met een lage positie op de meritocratische ladder? Hoe gaan mensen om met een gepercipieerde meritocratische druk? Elshout zal met haar onderzoek inzicht verwerven in de manieren waarop mensen aan de ‘onderkant’ van de samenleving worstelen en omgaan met een verlies en toename van zelfrespect.

Looptijd: 2009-2013